Nederlands
Uitgebreide vertaling voor Beieren (Nederlands) in het Zweeds
beieren:
-
beieren (luiden)
Conjugations for beieren:
o.t.t.
- beier
- beiert
- beiert
- beieren
- beieren
- beieren
o.v.t.
- beierde
- beierde
- beierde
- beierden
- beierden
- beierden
v.t.t.
- heb gebeierd
- hebt gebeierd
- heeft gebeierd
- hebben gebeierd
- hebben gebeierd
- hebben gebeierd
v.v.t.
- had gebeierd
- had gebeierd
- had gebeierd
- hadden gebeierd
- hadden gebeierd
- hadden gebeierd
o.t.t.t.
- zal beieren
- zult beieren
- zal beieren
- zullen beieren
- zullen beieren
- zullen beieren
o.v.t.t.
- zou beieren
- zou beieren
- zou beieren
- zouden beieren
- zouden beieren
- zouden beieren
diversen
- beier!
- beiert!
- gebeierd
- beierend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor beieren:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
ringa klockan | beieren; luiden |
Beieren:
Vertaal Matrix voor Beieren:
Over | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Bayern | Beieren |
Wiktionary: Beieren
Beieren
Cross Translation:
proper noun
-
toponiem|nld|land=Duitsland deelstaat in Zuid-Duitsland
- Beieren → Bayern
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• Beieren | → Bayern | ↔ Bayern — ein Bundesland in der Bundesrepublik Deutschland; Freistaat |
Computer vertaling door derden: