Nederlands

Uitgebreide vertaling voor kop (Nederlands) in het Zweeds

kop:

kop [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de kop (kopzin)
    rubrik
    • rubrik [-en] zelfstandig naamwoord
  2. de kop (krantenkop)
    huvudrubrik; rubrik
  3. de kop (koffiekop)
    kaffekopp

Vertaal Matrix voor kop:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
huvudrubrik kop; krantenkop
kaffekopp koffiekop; kop bakje; koffiekopje; kopje koffie
rubrik kop; kopzin; krantenkop berichtkop; header; opschrift; rubriek; titel
- hoofd

Verwante woorden van "kop":


Synoniemen voor "kop":


Antoniemen van "kop":


Verwante definities voor "kop":

  1. bovenste deel van het lichaam, met ogen, neus, mond, etc.1
    • die jongen heeft een leuke kop1
  2. bovenkant1
    • hij woont in de kop van Noord-Holland1
  3. kommetje met oor om uit de drinken1
    • wil je een kopje koffie?1
  4. vetgedrukte regel boven een tekst1
    • hoe luidt de kop van het artikel?1
  5. voorste gedeelte1
    • de Amerikaan liep op kop1

Wiktionary: kop

kop
noun
  1. hoofd van een dier
  2. hoofd van een mens
  3. porseleinen recipiënt met oor, om uit te drinken

Cross Translation:
FromToVia
kop knopp; skalle block — slang:human head
kop kopp cup — vessel for drinking
kop skalle gourd — head
kop huvud; skalle head — part of the body
kop huvud head — end of hammer, etc.
kop rubrik headline — heading or title of an article
kop kopp tasse — Récipient (1)
kop titel titre — désignation
kop huvud tête — anatomie|fr partie supérieure du corps, qui est le siège du cerveau et des principaux organes des sens, et qui, chez l’homme et chez la plupart des vertébrés, tenir au reste du corps par le cou.

kop vorm van koppen:

koppen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de koppen (hoofden)
    huvud
    • huvud [-ett] zelfstandig naamwoord

koppen werkwoord (kop, kopt, kopte, kopten, gekopt)

  1. koppen
    styra in
    • styra in werkwoord (styr in, styrde in, styrt in)

Conjugations for koppen:

o.t.t.
  1. kop
  2. kopt
  3. kopt
  4. koppen
  5. koppen
  6. koppen
o.v.t.
  1. kopte
  2. kopte
  3. kopte
  4. kopten
  5. kopten
  6. kopten
v.t.t.
  1. heb gekopt
  2. hebt gekopt
  3. heeft gekopt
  4. hebben gekopt
  5. hebben gekopt
  6. hebben gekopt
v.v.t.
  1. had gekopt
  2. had gekopt
  3. had gekopt
  4. hadden gekopt
  5. hadden gekopt
  6. hadden gekopt
o.t.t.t.
  1. zal koppen
  2. zult koppen
  3. zal koppen
  4. zullen koppen
  5. zullen koppen
  6. zullen koppen
o.v.t.t.
  1. zou koppen
  2. zou koppen
  3. zou koppen
  4. zouden koppen
  5. zouden koppen
  6. zouden koppen
diversen
  1. kop!
  2. kopt!
  3. gekopt
  4. koppend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor koppen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
huvud hoofden; koppen berichtkop; header; hersenen; hersens; hoofd; hoofdeinde; krop; kroppen; opeengepakte bladeren
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
styra in koppen

Verwante woorden van "koppen":


Verwante definities voor "koppen":

  1. met je hoofd een zet geven1
    • hij kopte de bal in het doel1

Verwante vertalingen van kop



Zweeds

Uitgebreide vertaling voor kop (Zweeds) in het Nederlands

köp:

köp [-ett] zelfstandig naamwoord

  1. köp
    de acquisitie; de aankoop; de aanschaf; de boodschap; de aanwinst; aangekochte; de koop
    • acquisitie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • aankoop [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • aanschaf [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • boodschap [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • aanwinst [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • aangekochte [znw.] zelfstandig naamwoord
    • koop [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. köp
    de aankoop
    • aankoop [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. köp (förvärv; inköp; uppköp)
    de acquisitie; het kopen; de aankoop; de verwerving; de verkrijging; de aanschaf; de afname; de koop
    • acquisitie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • kopen [het ~] zelfstandig naamwoord
    • aankoop [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • verwerving [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • verkrijging [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • aanschaf [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • afname [de ~] zelfstandig naamwoord
    • koop [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  4. köp (inköp; förvärv)
    de inkoop
    • inkoop [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  5. köp (fynd; kap)
    de knibbelarij; afpingelarij

Vertaal Matrix voor köp:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aangekochte köp
aankoop förvärv; inköp; köp; uppköp
aanschaf förvärv; inköp; köp; uppköp
aanwinst köp tilltagande; ökning
acquisitie förvärv; inköp; köp; uppköp
afname förvärv; inköp; köp; uppköp avtagande; avtagning; bli mindre; förfall; minskning; nedgång
afpingelarij fynd; kap; köp köpslående; prutande
boodschap köp meddelande; nyhet
inkoop förvärv; inköp; köp
knibbelarij fynd; kap; köp
koop förvärv; inköp; köp; uppköp
kopen förvärv; inköp; köp; uppköp
verkrijging förvärv; inköp; köp; uppköp
verwerving förvärv; inköp; köp; uppköp
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kopen belägga; inhandla; köpa; lyckas få tag på; lägga beslag på; ta i besittning

Synoniemen voor "köp":


Wiktionary: köp


Cross Translation:
FromToVia
köp αγορά; koop Kauf — der entgeltliche Erwerb einer Ware
köp aanschaf; aankoop; afname; inkoop; koop; overname; aanwinst; acquisitie; buit; verkrijging; verwerving; prooi; acquest acquisitionaction d’acquérir.
köp aanschaf; aankoop; afname; inkoop; koop; overname; gekochte empletteemploi, choix.
köp aankoop; inkoop; overname marchélieu public où l’on vendre les choses nécessaires pour la subsistance et pour les différents besoins de la vie.

kop vorm van köpa:

köpa werkwoord (köper, köppte, köppt)

  1. köpa (inhandla)
    kopen
    – het krijgen in ruil voor geld 1
    • kopen werkwoord (koop, koopt, kocht, kochten, gekocht)
      • ik koop een nieuwe jas1
    verkrijgen; verwerven; aanschaffen; aankopen
    • verkrijgen werkwoord (verkrijg, verkrijgt, verkreeg, verkregen, verkregen)
    • verwerven werkwoord (verwerf, verwerft, verwierf, verwierven, verworven)
    • aanschaffen werkwoord (schaf aan, schaft aan, schafte aan, schaften aan, aangeschaft)
    • aankopen werkwoord (koop aan, koopt aan, kocht aan, kochten aan, aangekocht)

Conjugations for köpa:

presens
  1. köper
  2. köper
  3. köper
  4. köper
  5. köper
  6. köper
imperfekt
  1. köppte
  2. köppte
  3. köppte
  4. köppte
  5. köppte
  6. köppte
framtid 1
  1. kommer att köpa
  2. kommer att köpa
  3. kommer att köpa
  4. kommer att köpa
  5. kommer att köpa
  6. kommer att köpa
framtid 2
  1. skall köpa
  2. skall köpa
  3. skall köpa
  4. skall köpa
  5. skall köpa
  6. skall köpa
conditional
  1. skulle köpa
  2. skulle köpa
  3. skulle köpa
  4. skulle köpa
  5. skulle köpa
  6. skulle köpa
perfekt particip
  1. har köppt
  2. har köppt
  3. har köppt
  4. har köppt
  5. har köppt
  6. har köppt
imperfekt particip
  1. hade köppt
  2. hade köppt
  3. hade köppt
  4. hade köppt
  5. hade köppt
  6. hade köppt
blandad
  1. köp!
  2. köp!
  3. köpande
1. jag, 2. du/ni, 3. han/hon/den/det, 4. vi, 5. ni, 6. de

Vertaal Matrix voor köpa:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kopen förvärv; inköp; köp; uppköp
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aankopen inhandla; köpa
aanschaffen inhandla; köpa förvärva; köpa in; uppnå
kopen inhandla; köpa belägga; lyckas få tag på; lägga beslag på; ta i besittning
verkrijgen inhandla; köpa angripa; belägga; erhålla; fatta; förtjäna; förvärva; gripa; lyckas få tag på; lyckats få; lägga beslag på; ta fasta på; ta i besittning; uppnå; vinna
verwerven inhandla; köpa belägga; erhålla; lyckas få tag på; lyckats få; lägga beslag på; lära; studera; ta i besittning

Synoniemen voor "köpa":


Wiktionary: köpa


Cross Translation:
FromToVia
köpa aanschaffen; kopen buy — to obtain for money
köpa kopen kaufen — eine Ware gegen Entgelt erwerben
köpa kopen; afnemen; aankopen; inkopen; aanschaffen; overnemen acheter — Tous sens
köpa afnemen; kopen; aankopen; inkopen; aanschaffen; overnemen; buitmaken; behalen; verkrijgen; verwerven acquérir — Devenir possesseur par le travail, par l’achat, par l’échange, par contrat ou alors par... (Sens général).

Verwante vertalingen van kop