Overzicht
Nederlands naar Zweeds: Meer gegevens...
- afspraak:
-
Wiktionary:
- afspraak → avtal, samtycke, överenskommelse, träff, biläggning, förbund, paktum, sammanträffande, sammanstötning, konjunktion, strid, duell, tillfällighet, fynd
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor afspraak (Nederlands) in het Zweeds
afspraak:
-
de afspraak (afgesproken ontmoeting; liaison)
-
de afspraak (regeling; akkoord; overeenkomst; schikking)
-
de afspraak
Vertaal Matrix voor afspraak:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
avtalat möte | afgesproken ontmoeting; afspraak; liaison | |
date | afgesproken ontmoeting; afspraak; liaison | |
träff | afgesproken ontmoeting; afspraak; liaison | bijeenkomst; bijeenroeping; hit; manifestatie; raakschot; samenkomst; schot in de roos; treffer; vergadering; zitting |
överenskommelse | afspraak; akkoord; overeenkomst; regeling; schikking | akkoord; band; bedankbrief; binding; bond; bondgenootschap; compromis; contract; dankbetuiging; dankzegging; federatie; liga; overeenkomst; pact; unie; verbond; verdrag; vergelijk; verstandhouding |
- | overeenkomst | |
Not Specified | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
avtalad tid | afspraak |
Verwante woorden van "afspraak":
Synoniemen voor "afspraak":
Verwante definities voor "afspraak":
Wiktionary: afspraak
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• afspraak | → avtal; samtycke; överenskommelse | ↔ agreement — an understanding to follow a course of conduct |
• afspraak | → träff | ↔ date — pre-arranged social meeting |
• afspraak | → biläggning | ↔ accommodement — accord que l’on faire d’un différend, d’une querelle. |
• afspraak | → förbund; paktum | ↔ pacte — convention accompagner d’actes publics qui lui donnent un caractère d’une importance primordiale. |
• afspraak | → sammanträffande; sammanstötning; konjunktion; strid; duell; tillfällighet; fynd | ↔ rencontre — Traductions à trier suivant le sens. |