Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. hoogmoed:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor hoogmoed (Nederlands) in het Zweeds

hoogmoed:

hoogmoed [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de hoogmoed (zelfingenomenheid; eigendunk; egotisme; )

Vertaal Matrix voor hoogmoed:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
själv tillfredställelse arrogantie; egotisme; eigendunk; eigenwaan; hoogmoed; ijdelheid; zelfgenoegzaamheid; zelfingenomenheid

Wiktionary: hoogmoed


Cross Translation:
FromToVia
hoogmoed fåfänga conceit — overly high self-esteem
hoogmoed hybris hubris — excessive pride or arrogance
hoogmoed stolthet pride — proud or disdainful behavior or treatment; insolence or arrogance of demeanor; haughty bearing and conduct
hoogmoed höjd hauteurdimension d’un corps considérer de sa base à son sommet.