Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. donker:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor donker (Nederlands) in het Zweeds

donker:

donker bijvoeglijk naamwoord

  1. donker (onverlicht; duister)
    mörkt; mörk
    • mörkt bijvoeglijk naamwoord
    • mörk bijvoeglijk naamwoord
  2. donker (verdacht; obscuur; dubieus; )
    dunkel; dubiöst; obskyrt; låg; mörkt; lågt; otydlig; otydligt; dunkelt

donker [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de donker (duisternis; duister)
    dunkel; mörker
    • dunkel [-ett] zelfstandig naamwoord
    • mörker [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor donker:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dunkel donker; duister; duisternis
låg laagterecord
mörker donker; duister; duisternis deemstering; donkerte; duister; duisterheid; duisternis; onduidelijkheid
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dubiöst donker; dubieus; duister; glibberig; obscuur; onguur; verdacht
dunkel donker; dubieus; duister; glibberig; obscuur; onguur; verdacht geheimzinnig; mysterieus; onduidelijk; raadselachtig; vaag; vaag zichtbaar; wazig; wollig
dunkelt donker; dubieus; duister; glibberig; obscuur; onguur; verdacht geheimzinnig; mysterieus; raadselachtig; vaag; vaag zichtbaar; voos; wazig
låg donker; dubieus; duister; glibberig; obscuur; onguur; verdacht bedrukt; gedrukt; gemeen; laag; laag-bij-de-grond; laaghangend; laaghartig; mismoedig; moedeloos; niet hoog; onedel; terneergeslagen
lågt donker; dubieus; duister; glibberig; obscuur; onguur; verdacht bedrukt; gedrukt; gemeen; kwaadwillig; laag; laag-bij-de-grond; laaghangend; laaghartig; met slechte intentie; mismoedig; moedeloos; niet hoog; onedel; slecht; terneergeslagen; vals
mörk donker; duister; onverlicht onduidelijk; wollig
mörkt donker; dubieus; duister; glibberig; obscuur; onguur; onverlicht; verdacht
obskyrt donker; dubieus; duister; glibberig; obscuur; onguur; verdacht
otydlig donker; dubieus; duister; glibberig; obscuur; onguur; verdacht voos
otydligt donker; dubieus; duister; glibberig; obscuur; onguur; verdacht niet duidelijk; niet helder; onduidelijk; onhelder; onklaar; troebel; vaag; vervaagd; voos; weggezakt in het geheugen; wollig

Verwante woorden van "donker":

  • donkerheid, donkeren, donkers, donkerst, donkerste

Antoniemen van "donker":


Verwante definities voor "donker":

  1. als zon en lampen niets uitstralen als je weinig kunt zien1
    • ben je thuis voor het donker wordt?1
  2. dichter bij zwart dan bij wit1
    • deze kleur blauw is veel donkerder dan die andere1
  3. laag en zwaar1
    • ze heeft een warme, donkere stem1

Wiktionary: donker


Cross Translation:
FromToVia
donker mörk; svart black — without light
donker mörk dark — having an absolute or relative lack of light
donker mörk dark — not bright or light, deeper in hue
donker mörker dark — a complete or partial absence of light
donker svart noir — Couleur
donker obemärkt; ringa obscur — Où il y a peu, où il n’y a pas de lumière.
donker dunkelhet; mörker obscuritéabsence partielle ou totale de lumière.

Verwante vertalingen van donker



Zweeds

Uitgebreide vertaling voor donker (Zweeds) in het Nederlands