Overzicht
Nederlands naar Zweeds: Meer gegevens...
- boedel:
-
Wiktionary:
- boedel → arv
Zweeds naar Nederlands: Meer gegevens...
- bödel:
-
Wiktionary:
- bödel → beul
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor boedel (Nederlands) in het Zweeds
boedel:
-
de boedel (inboedel; huisraad)
möbler och husgeråd-
möbler och husgeråd zelfstandig naamwoord
-
-
de boedel (nalatenschap; erfenis; legaat; erfgoed; erfboedel)
Vertaal Matrix voor boedel:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
arvgods | boedel; erfboedel; erfenis; erfgoed; legaat; nalatenschap | |
möbler och husgeråd | boedel; huisraad; inboedel |
Verwante woorden van "boedel":
Verwante vertalingen van boedel
Zweeds
Uitgebreide vertaling voor boedel (Zweeds) in het Nederlands
bödel:
-
bödel (avrättare; skarprättare)
Vertaal Matrix voor bödel:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
beul | avrättare; bödel; skarprättare | |
scherprechter | avrättare; bödel; skarprättare |
Synoniemen voor "bödel":
Wiktionary: bödel
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• bödel | → beul | ↔ executioner — the person who carries out the execution |