Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. blijven steken:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor blijven steken (Nederlands) in het Zweeds

blijven steken:

blijven steken werkwoord (blijf steken, blijft steken, bleef steken, bleven steken, steken gebleven)

  1. blijven steken (stokken; vastlopen; haperen)
    häfta; köra fast; klibba fast
    • häfta werkwoord (häftar, häftade, häftat)
    • köra fast werkwoord (kör fast, körde fast, kört fast)
    • klibba fast werkwoord (klibbar fast, klibbade fast, klibbat fast)

Conjugations for blijven steken:

o.t.t.
  1. blijf steken
  2. blijft steken
  3. blijft steken
  4. blijven steken
  5. blijven steken
  6. blijven steken
o.v.t.
  1. bleef steken
  2. bleef steken
  3. bleef steken
  4. bleven steken
  5. bleven steken
  6. bleven steken
v.t.t.
  1. ben steken gebleven
  2. bent steken gebleven
  3. is steken gebleven
  4. zijn steken gebleven
  5. zijn steken gebleven
  6. zijn steken gebleven
v.v.t.
  1. was steken gebleven
  2. was steken gebleven
  3. was steken gebleven
  4. waren steken gebleven
  5. waren steken gebleven
  6. waren steken gebleven
o.t.t.t.
  1. zal blijven steken
  2. zult blijven steken
  3. zal blijven steken
  4. zullen blijven steken
  5. zullen blijven steken
  6. zullen blijven steken
o.v.t.t.
  1. zou blijven steken
  2. zou blijven steken
  3. zou blijven steken
  4. zouden blijven steken
  5. zouden blijven steken
  6. zouden blijven steken
diversen
  1. blijf steken!
  2. blijft steken!
  3. steken gebleven
  4. steken blijvend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

blijven steken [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. blijven steken (haperen)
    fastklistrad

Vertaal Matrix voor blijven steken:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fastklistrad blijven steken; haperen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
häfta blijven steken; haperen; stokken; vastlopen aanhechten; iets vastkleven; kleven; nieten; plakken; vastlijmen; vastnieten
klibba fast blijven steken; haperen; stokken; vastlopen vastkoeken
köra fast blijven steken; haperen; stokken; vastlopen klem komen; vastlopen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fastklistrad aangeplakt

Wiktionary: blijven steken


Cross Translation:
FromToVia
blijven steken fastna stick — to jam

Verwante vertalingen van blijven steken