Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Zweeds ->Zoek: blindheid

Nederlandse en Zweedse zoekresultaten voor: blindheid

Overzicht

Nederlands naar Zweeds: Meer gegevens...

blindheid:
- brist på förståelse; blind
blind:
- rullgardin; spjäljalusi; fönsterlucka
- inte kunna se; blintd; blind
Wiktionary:
- blindheid → blindhet
- blindheid → blindhet
- blind → synskadad, blind, persienn, gardin, rullgardin, jalousi, markis

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor blindheid (Nederlands) in het Zweeds

blindheid:

blindheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

de blindheid (gebrek aan inzicht)
brist på förståelse
- brist på förståelse zelfstandig naamwoord
de blindheid
blind
- blind bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor blindheid:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
blind		valgordijn
brist på förståelse	blindheid; gebrek aan inzicht
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
blind	blindheid	blind; niet kunnende zien

Verwante woorden van "blindheid":

blind

Wiktionary: blindheid

blindheid

noun

een toestand waarin men niet in staat is te zien
- blindheid → blindhet

Cross Translation:

From	To	Via
• blindheid	→ blindhet	↔ blindness — condition of being blind
• blindheid	→ blindhet	↔ Blindheit — Zustand des Blindseins; Unfähigkeit, sehen zu können

blindheid vorm van blind:

blind [het ~] zelfstandig naamwoord

het blind (vensterluik)
rullgardin; spjäljalusi; fönsterlucka
- rullgardin [-en] zelfstandig naamwoord
- spjäljalusi zelfstandig naamwoord
- fönsterlucka zelfstandig naamwoord

blind bijvoeglijk naamwoord

blind (niet zien kunnend)
inte kunna se
- inte kunna se bijvoeglijk naamwoord
blind (niet kunnende zien)
blintd; blind
- blintd bijvoeglijk naamwoord
- blind bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor blind:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
blind		valgordijn
fönsterlucka	blind; vensterluik	luik; sluiter
rullgardin	blind; vensterluik	rolgordijn
spjäljalusi	blind; vensterluik
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
blind	blind; niet kunnende zien	blindheid
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
blintd	blind; niet kunnende zien
inte kunna se	blind; niet zien kunnend

Verwante woorden van "blind":

blindheid, blinden, blinds, blinde

Verwante definities voor "blind":

niet kunnen zien¹
- door het ongeluk is hij aan een oog blind¹

Wiktionary: blind

Cross Translation:

From	To	Via
• blind	→ synskadad; blind	↔ blind — unable to see
• blind	→ persienn; gardin; rullgardin; jalousi; markis	↔ blind — covering for a window
• blind	→ blind	↔ blind — des Sehens nicht fähig
• blind	→ blind	↔ aveugle — Qui ne voit pas.

¹Muiswerk Woordenboek