Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. client:
  2. cliënt:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor cliënt (Nederlands) in het Zweeds

client:

client

  1. client (clientcomputer)
    klient; klientdator
  2. client
  3. client
    klient
    • klient [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor client:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
klient client; clientcomputer klanten; opdrachtgevers
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
klientdator client; clientcomputer
klientprocess client

cliënt:

cliënt [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de cliënt (klant; afnemer; koper)
    kund
    • kund [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor cliënt:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kund afnemer; cliënt; klant; koper klant; opdrachtgevers

Verwante woorden van "cliënt":

  • cliënten

Verwante definities voor "cliënt":

  1. klant van notaris of advocaat1
    • geachte cliënt1

Wiktionary: cliënt


Cross Translation:
FromToVia
cliënt kund client — (histoire) Romain qui se placer sous le patronage d’un citoyen noble ou puissant.