Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. gewoonte:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gewoonte (Nederlands) in het Zweeds

gewoonte:

gewoonte [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de gewoonte (usance; gebruik; traditie)
    vana; sed
    • vana [-en] zelfstandig naamwoord
    • sed [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor gewoonte:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
sed gebruik; gewoonte; traditie; usance
vana gebruik; gewoonte; traditie; usance geestelijk gewaad; habijt; pij
- gebruik

Verwante woorden van "gewoonte":


Synoniemen voor "gewoonte":


Verwante definities voor "gewoonte":

  1. wat men gewoonlijk doet of moet1
    • wij hebben de gewoonte met Kerst een boom neer te zetten1
  2. wat je gewend bent1
    • hij heeft de gewoonte 's morgens niet te eten1

Wiktionary: gewoonte


Cross Translation:
FromToVia
gewoonte sedvänja; bruk; tradition; sed Brauch — übliche oder traditionelle Verhaltensweise in einer Gesellschaft
gewoonte vana Gewohnheit — eine unter gleichartigen Bedingungen reflexhaft entwickeln Reaktionsweise, die durch Wiederholung Stereotyp wurde und beim erleben gleichartiger Situationsbedingungen wie "automatisch" nach demselben Reaktionsschema ausführen wir
gewoonte vana wont — habitual way of doing things
gewoonte vana coutume — À trier
gewoonte vana habitudedisposition acquérir par des actes réitérer.
gewoonte sätt; vis; skick mode — Façon, manière, habitude collective, us ou coutume

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van gewoonte