Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. jaloers:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor jaloersheid (Nederlands) in het Zweeds

jaloers:

jaloers bijvoeglijk naamwoord

  1. jaloers (afgunstig; nijdig)
    svartsjuk

Vertaal Matrix voor jaloers:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
svartsjuk afgunstig; jaloers; nijdig

Verwante woorden van "jaloers":

  • jaloersheid, jaloerse

Synoniemen voor "jaloers":


Verwante definities voor "jaloers":

  1. je akelig voelen omdat iemand iets heeft wat je ook wilt hebben1
    • iedereen was jaloers op Eva die zulke mooie kleren had1

Wiktionary: jaloers


Cross Translation:
FromToVia
jaloers misundsam; avundsjuk envious — feeling or exhibiting envy
jaloers svartsjuk jealous — suspecting rivalry in love; fearful of being replaced, in position or in affection


Wiktionary: jaloersheid

jaloersheid
noun
  1. een wrok die iemand koestert omdat men een ander niet gunt wat men zelf begeert

Cross Translation:
FromToVia
jaloersheid jalusi; avund enviechagrin ou haine que l’on ressent du bonheur, des succès, des avantages d’autrui.