Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. omweg:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor omweg (Nederlands) in het Zweeds

omweg:

omweg [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de omweg
    omväg
    • omväg [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor omweg:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
omväg omweg

Verwante woorden van "omweg":

  • omwegen

Wiktionary: omweg

omweg
noun
  1. de weg die langer is dan de gewone of kortste verbinding tussen twee plaatsen

Cross Translation:
FromToVia
omweg omväg detour — a diversion or deviation from one's original route
omweg omväg UmwegWeg, der nicht direkt, sondern um etwas herum zum Ziel führt
omweg hake; virkning crochet — Petit morceau de métal recourbé servant à accrocher ou attacher quelque chose.

Verwante vertalingen van omweg