Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. pekel:
  2. pekelen:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor pekel (Nederlands) in het Zweeds

pekel:

pekel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de pekel
    grus; saltlake
    • grus [-ett] zelfstandig naamwoord
    • saltlake zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor pekel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
grus pekel grind; grindsteen; keizand; kiezels; kiezelsteentjes
saltlake pekel

Verwante woorden van "pekel":


Wiktionary: pekel


Cross Translation:
FromToVia
pekel saltlake brine — salt water
pekel inläggning; lag pickle — brine used for preserving food

pekel vorm van pekelen:

pekelen werkwoord (pekel, pekelt, pekelde, pekelden, gepekeld)

  1. pekelen
    salta; salta in
    • salta werkwoord (saltar, saltade, saltat)
    • salta in werkwoord (saltar in, saltade in, saltat in)

Conjugations for pekelen:

o.t.t.
  1. pekel
  2. pekelt
  3. pekelt
  4. pekelen
  5. pekelen
  6. pekelen
o.v.t.
  1. pekelde
  2. pekelde
  3. pekelde
  4. pekelden
  5. pekelden
  6. pekelden
v.t.t.
  1. heb gepekeld
  2. hebt gepekeld
  3. heeft gepekeld
  4. hebben gepekeld
  5. hebben gepekeld
  6. hebben gepekeld
v.v.t.
  1. had gepekeld
  2. had gepekeld
  3. had gepekeld
  4. hadden gepekeld
  5. hadden gepekeld
  6. hadden gepekeld
o.t.t.t.
  1. zal pekelen
  2. zult pekelen
  3. zal pekelen
  4. zullen pekelen
  5. zullen pekelen
  6. zullen pekelen
o.v.t.t.
  1. zou pekelen
  2. zou pekelen
  3. zou pekelen
  4. zouden pekelen
  5. zouden pekelen
  6. zouden pekelen
en verder
  1. is gepekeld
  2. zijn gepekeld
diversen
  1. pekel!
  2. pekelt!
  3. gepekeld
  4. pekelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor pekelen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
salta pekelen zouten
salta in pekelen

Verwante woorden van "pekelen":