Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Zweeds ->Zoek: professor

Nederlandse en Zweedse zoekresultaten voor: professor

Overzicht

Nederlands naar Zweeds: Meer gegevens...

professor:
- professor
Wiktionary:
- professor → professor
- professor → lärare, lärarinna, lektor, adjunkt, föreläsare, professor

Zweeds naar Nederlands: Meer gegevens...

professor:
- professor; hoogleraar; prof; hooggeleerde
Wiktionary:
- professor → professor
- professor → leraar, hoogleraar, professor

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor professor (Nederlands) in het Zweeds

professor:

professor [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

de professor (hoogleraar; prof)
professor
- professor [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor professor:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
professor	hoogleraar; prof; professor	hooggeleerde

Verwante woorden van "professor":

professoren, professors

Verwante definities voor "professor":

hoogleraar aan universiteit¹
- de professor praat met de studenten¹

Wiktionary: professor

professor

noun

de aanspreektitel voor een hoogleraar
- professor → professor

Cross Translation:

From	To	Via
• professor	→ lärare; lärarinna; lektor; adjunkt; föreläsare	↔ professor — a higher ranking for a teacher or faculty member at a college or university
• professor	→ professor	↔ professeur — À trier

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor professor (Zweeds) in het Nederlands

professor:

professor [-en] zelfstandig naamwoord

professor
de professor; de hoogleraar; de prof
- professor [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- hoogleraar [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- prof [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
professor (akademiker)
hooggeleerde
- hooggeleerde [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor professor:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
hooggeleerde	akademiker; professor
hoogleraar	professor
prof	professor	proffs
professor	professor

Wiktionary: professor

professor

noun

de aanspreektitel voor een hoogleraar
- professor → professor

Cross Translation:

From	To	Via
• professor	→ leraar; hoogleraar; professor	↔ professeur — À trier

¹Muiswerk Woordenboek