Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. zenit:
  2. Wiktionary:
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. zenit:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor zenit (Nederlands) in het Zweeds

zenit:

zenit [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het zenit (hoogtepunt; toppunt; piek; top)
    höjdpunkten; höjdpunkt
  2. het zenit
    zenit
    • zenit zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor zenit:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
höjdpunkt hoogtepunt; piek; top; toppunt; zenit climax; culminatie; culminatiepunt; hoogst bereikbare punt; hoogtepunt; hoogtijdag; orgasme; piek; summum; top; toppunt; topuur
höjdpunkten hoogtepunt; piek; top; toppunt; zenit
zenit zenit

Wiktionary: zenit

zenit
noun
  1. het denkbeeldige punt loodrecht omhoog aan de hemelkoepel

Computer vertaling door derden:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor zenit (Zweeds) in het Nederlands

zenit:

zenit zelfstandig naamwoord

  1. zenit
    het zenit
    • zenit [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor zenit:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
zenit zenit höjdpunkt; höjdpunkten

Synoniemen voor "zenit":


Wiktionary: zenit

zenit
noun
  1. het denkbeeldige punt loodrecht omhoog aan de hemelkoepel

Computer vertaling door derden: