Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. afwisselen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor afwisselen (Nederlands) in het Zweeds

afwisselen:

afwisselen werkwoord (wissel af, wisselt af, wisselde af, wisselden af, afgewisseld)

  1. afwisselen (veranderen; wijzigen; verwisselen; herzien)
    förändra; byta ut; ändra
    • förändra werkwoord (förändrar, förändrade, förändrat)
    • byta ut werkwoord (bytar ut, bytade ut, bytat ut)
    • ändra werkwoord (ändrar, ändrade, ändrat)
  2. afwisselen (uiteenlopen; variëren; veranderen; verschillen; wisselen)
    variera
    • variera werkwoord (varierar, varierade, varierat)

Conjugations for afwisselen:

o.t.t.
  1. wissel af
  2. wisselt af
  3. wisselt af
  4. wisselen af
  5. wisselen af
  6. wisselen af
o.v.t.
  1. wisselde af
  2. wisselde af
  3. wisselde af
  4. wisselden af
  5. wisselden af
  6. wisselden af
v.t.t.
  1. heb afgewisseld
  2. hebt afgewisseld
  3. heeft afgewisseld
  4. hebben afgewisseld
  5. hebben afgewisseld
  6. hebben afgewisseld
v.v.t.
  1. had afgewisseld
  2. had afgewisseld
  3. had afgewisseld
  4. hadden afgewisseld
  5. hadden afgewisseld
  6. hadden afgewisseld
o.t.t.t.
  1. zal afwisselen
  2. zult afwisselen
  3. zal afwisselen
  4. zullen afwisselen
  5. zullen afwisselen
  6. zullen afwisselen
o.v.t.t.
  1. zou afwisselen
  2. zou afwisselen
  3. zou afwisselen
  4. zouden afwisselen
  5. zouden afwisselen
  6. zouden afwisselen
diversen
  1. wissel af!
  2. wisselt af!
  3. afgewisseld
  4. afwisselende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor afwisselen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
byta ut afwisselen; herzien; veranderen; verwisselen; wijzigen
förändra afwisselen; herzien; veranderen; verwisselen; wijzigen hernieuwen; opnieuw doen; overdoen; wijzigen
variera afwisselen; uiteenlopen; variëren; veranderen; verschillen; wisselen overhoop liggen; overhoopliggen
ändra afwisselen; herzien; veranderen; verwisselen; wijzigen amenderen; hervormen; herzien; modificeren; naar een andere versnelling overgaan; omwerken; reformeren; schakelen; veranderen; wijzigen

Wiktionary: afwisselen


Cross Translation:
FromToVia
afwisselen variera différer — Traductions à trier suivant le sens
afwisselen variera varier — À trier

Computer vertaling door derden: