Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. hap:
  2. happen:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor hap (Nederlands) in het Zweeds

hap:

hap [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de hap
    munsbit; en mun full; tugga

Vertaal Matrix voor hap:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
en mun full hap
munsbit hap
tugga hap hachee; knauw; prak
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tugga kauwen

Verwante woorden van "hap":


Wiktionary: hap


Cross Translation:
FromToVia
hap tugga; munsbit bite — mouthful
hap smula morsel — small fragment
hap tugga bouchéemorceau d’aliment solide qu’on mettre dans la bouche en une seule fois.

hap vorm van happen:

happen werkwoord (hap, hapt, hapte, hapten, gehapt)

  1. happen (toebijten; toehappen; dichtbijten; toesnauwen)
    bita; fräta på
    • bita werkwoord (biter, bet, bitit)
    • fräta på werkwoord (fräter på, frätte på, frätt på)

Conjugations for happen:

o.t.t.
  1. hap
  2. hapt
  3. hapt
  4. happen
  5. happen
  6. happen
o.v.t.
  1. hapte
  2. hapte
  3. hapte
  4. hapten
  5. hapten
  6. hapten
v.t.t.
  1. heb gehapt
  2. hebt gehapt
  3. heeft gehapt
  4. hebben gehapt
  5. hebben gehapt
  6. hebben gehapt
v.v.t.
  1. had gehapt
  2. had gehapt
  3. had gehapt
  4. hadden gehapt
  5. hadden gehapt
  6. hadden gehapt
o.t.t.t.
  1. zal happen
  2. zult happen
  3. zal happen
  4. zullen happen
  5. zullen happen
  6. zullen happen
o.v.t.t.
  1. zou happen
  2. zou happen
  3. zou happen
  4. zouden happen
  5. zouden happen
  6. zouden happen
diversen
  1. hap!
  2. hapt!
  3. gehapt
  4. happend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

happen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de happen
    bett
    • bett [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor happen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bett happen orgaan; spreekbuis
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bita dichtbijten; happen; toebijten; toehappen; toesnauwen snerpen
fräta på dichtbijten; happen; toebijten; toehappen; toesnauwen inkankeren; knabbelen; peuzelen

Verwante woorden van "happen":


Wiktionary: happen


Cross Translation:
FromToVia
happen bita; nappa mordre — Serrer avec les dents de manière à entamer. (Sens général).