Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. interruptie:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor interruptie (Nederlands) in het Zweeds

interruptie:

interruptie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de interruptie (onderbreking; verbreking; breuk)
    avbrott; inbrytande

Vertaal Matrix voor interruptie:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avbrott breuk; interruptie; onderbreking; verbreking IRQ; interrupt; interruptaanvraag; onderbreken; onderbreking; pauze; reces; speelkwartier; storing; tussenpoos; verbreken; verderf
inbrytande breuk; interruptie; onderbreking; verbreking

Verwante woorden van "interruptie":

  • interrupties

Wiktionary: interruptie


Cross Translation:
FromToVia
interruptie avbrott; uppehåll hiatus — interruption, break or pause