Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. klaarblijkelijk:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor klaarblijkelijk (Nederlands) in het Zweeds

klaarblijkelijk:

klaarblijkelijk bijvoeglijk naamwoord

  1. klaarblijkelijk (overduidelijk; onmiskenbaar)
    uppenbart; tydlig

Vertaal Matrix voor klaarblijkelijk:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tydlig klaarblijkelijk; onmiskenbaar; overduidelijk duidelijk; verstaanbaar
uppenbart klaarblijkelijk; onmiskenbaar; overduidelijk bemerkbaar; duidelijk; flagrant; helder; herkenbaar; hoorbaar; klaar als een klontje; merkbaar; onmiskenbaar; overduidelijk; tastbaar; voelbaar; waarneembaar; zichtbaar; zo klaar als een klontje; zonneklaar

Verwante woorden van "klaarblijkelijk":


Wiktionary: klaarblijkelijk


Cross Translation:
FromToVia
klaarblijkelijk uppenbar; uppenbarligen offensichtlich — dem Anschein nach
klaarblijkelijk påstådd; skenbar ostensible — meant for open display; apparent
klaarblijkelijk påtaglig; uppenbar évident — Dont le sens s’impose naturellement à l’esprit, qui a le caractère de l’évidence.