Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. lakken:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor lakte (Nederlands) in het Zweeds

lakken:

lakken werkwoord (lak, lakt, lakte, lakten, gelakt)

  1. lakken (vernissen)
    fernissa
    • fernissa werkwoord (fernissar, fernissade, fernissat)
  2. lakken (verven; schilderen; beschilderen)
    färga; måla; tona
    • färga werkwoord (färgar, färgade, färgat)
    • måla werkwoord (målar, målade, målat)
    • tona werkwoord (tonar, tonade, tonat)

Conjugations for lakken:

o.t.t.
  1. lak
  2. lakt
  3. lakt
  4. lakken
  5. lakken
  6. lakken
o.v.t.
  1. lakte
  2. lakte
  3. lakte
  4. lakten
  5. lakten
  6. lakten
v.t.t.
  1. heb gelakt
  2. hebt gelakt
  3. heeft gelakt
  4. hebben gelakt
  5. hebben gelakt
  6. hebben gelakt
v.v.t.
  1. had gelakt
  2. had gelakt
  3. had gelakt
  4. hadden gelakt
  5. hadden gelakt
  6. hadden gelakt
o.t.t.t.
  1. zal lakken
  2. zult lakken
  3. zal lakken
  4. zullen lakken
  5. zullen lakken
  6. zullen lakken
o.v.t.t.
  1. zou lakken
  2. zou lakken
  3. zou lakken
  4. zouden lakken
  5. zouden lakken
  6. zouden lakken
diversen
  1. lak!
  2. lakt!
  3. gelakt
  4. lakkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor lakken:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fernissa fineer; lak; laklaag; vernis
måla beschilderen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fernissa lakken; vernissen
färga beschilderen; lakken; schilderen; verven inkleuren
måla beschilderen; lakken; schilderen; verven inkleuren
tona beschilderen; lakken; schilderen; verven kleuren; tinten

Verwante woorden van "lakken":


Wiktionary: lakken


Cross Translation:
FromToVia
lakken lackera; lacka lackieren — mit Lack versehen