Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. sluiers:
  2. sluier:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor sluiers (Nederlands) in het Zweeds

sluiers:

sluiers [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de sluiers
    slöjor

Vertaal Matrix voor sluiers:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
slöjor sluiers gordijnen; voiles; voorhangen

Verwante woorden van "sluiers":


sluier:

sluier [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de sluier (voile)
    slöja
    • slöja [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor sluier:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
slöja sluier; voile

Verwante woorden van "sluier":

  • sluieren, sluiers, sluiertje, sluiertjes

Wiktionary: sluier


Cross Translation:
FromToVia
sluier slöja Schleier — dünner, halbdurchsichtiger Stoff zur Verhüllung von Kopf/Gesicht (einer Frau)

Computer vertaling door derden: