Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. flamingo:
  2. Wiktionary:
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. flamingo:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor flamingo (Nederlands) in het Zweeds

flamingo:

flamingo [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de flamingo
    flamingo

Vertaal Matrix voor flamingo:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
flamingo flamingo

Verwante woorden van "flamingo":

  • flamingootje

Wiktionary: flamingo


Cross Translation:
FromToVia
flamingo flamingo flamingo — bird
flamingo flamingo FlamingoOrnithologie: Vogelart (Phoenicoparrus) mit langen dünnen Beinen, einem langen biegsamen Hals und einem rosa Gefieder



Zweeds

Uitgebreide vertaling voor flamingo (Zweeds) in het Nederlands

flamingo:

flamingo [-en] zelfstandig naamwoord

  1. flamingo
    de flamingo
    • flamingo [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor flamingo:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
flamingo flamingo

Wiktionary: flamingo


Cross Translation:
FromToVia
flamingo flamingo flamingo — bird
flamingo flamingo FlamingoOrnithologie: Vogelart (Phoenicoparrus) mit langen dünnen Beinen, einem langen biegsamen Hals und einem rosa Gefieder