Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. gebrekkigheid:
  2. gebrekkig:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gebrekkigheid (Nederlands) in het Zweeds

gebrekkigheid:

gebrekkigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de gebrekkigheid
    felaktighet; ofullkomlighet; bristfällighet; ofullständighet

Vertaal Matrix voor gebrekkigheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bristfällighet gebrekkigheid ontoereikendheid
felaktighet gebrekkigheid onnauwkeurigheid
ofullkomlighet gebrekkigheid geldtekorten; tekorten; tekortkoming
ofullständighet gebrekkigheid tekortkoming

Verwante woorden van "gebrekkigheid":


Wiktionary: gebrekkigheid


Cross Translation:
FromToVia
gebrekkigheid sjuka; sjukdom; svaghet infirmitéaffection congénitale ou accidentelle qui gêne ou empêcher le fonctionnement de telle ou telle partie de l’organisme.

gebrekkig:

gebrekkig bijvoeglijk naamwoord

  1. gebrekkig (ondeugdelijk)
    bristfällig; bristfälligt; icke fullständig
  2. gebrekkig (stumperig; onhandig; onbeholpen; )
    klumpig; klumpigt

Vertaal Matrix voor gebrekkig:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
klumpig gehannes; gestuntel
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bristfällig gebrekkig; ondeugdelijk
bristfälligt gebrekkig; ondeugdelijk vicieus
icke fullständig gebrekkig; ondeugdelijk
klumpig gebrekkig; knullig; onbeholpen; onhandig; schutterig; stumperig; stuntelig bevleesd; gevleesd; lastige; onhandig; slungelig; stuntelig; sukkelend
klumpigt gebrekkig; knullig; onbeholpen; onhandig; schutterig; stumperig; stuntelig bevleesd; gevleesd; klonterig; klungelig; krukkig; lastige; onbeholpen; onhandig; schutterig; slungelig; stoethaspelig; stumperig; stuntelig; sukkelend; sukkelig

Verwante woorden van "gebrekkig":

  • gebrekkigheid, gebrekkiger, gebrekkigere, gebrekkigst, gebrekkigste, gebrekkige