Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. hot:
  2. Hot:
  3. Wiktionary:
    • hot → hu
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. hot:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor hot (Nederlands) in het Zweeds

hot:

hot bijvoeglijk naamwoord

  1. hot
    het
    • het bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor hot:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
het hot fervent; geagiteerd; gepassioneerd; hartstochtelijk; heetbloedig; levendig; stormachtig; temperamentvol; verhit; vurig; warmbloedig

Wiktionary: hot


Cross Translation:
FromToVia
hot hu giddyup — directed at a horse

Hot:

Hot bijvoeglijk naamwoord

  1. Hot
    Het
    • Het bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor Hot:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Het Hot

Computer vertaling door derden:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor hot (Zweeds) in het Nederlands

hot:

hot [-ett] zelfstandig naamwoord

  1. hot
    de bedreiging; het dreigement
  2. hot
    de dreiging
    • dreiging [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor hot:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bedreiging hot
dreigement hot
dreiging hot

Synoniemen voor "hot":

  • risk; hotelse

Wiktionary: hot


Cross Translation:
FromToVia
hot aanranding assault — a violent onset or attack

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van hot