Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. ketteren:
  2. ketter:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor ketteren (Nederlands) in het Zweeds

ketteren:

ketteren werkwoord (ketter, kettert, ketterde, ketterden, geketterd)

  1. ketteren
    svära; rasa; storma; förbanna
    • svära werkwoord (svärar, svärade, svärat)
    • rasa werkwoord (rasar, rasade, rasat)
    • storma werkwoord (stormar, stormade, stormat)
    • förbanna werkwoord (förbannar, förbannade, förbannat)

Conjugations for ketteren:

o.t.t.
  1. ketter
  2. kettert
  3. kettert
  4. ketteren
  5. ketteren
  6. ketteren
o.v.t.
  1. ketterde
  2. ketterde
  3. ketterde
  4. ketterden
  5. ketterden
  6. ketterden
v.t.t.
  1. heb geketterd
  2. hebt geketterd
  3. heeft geketterd
  4. hebben geketterd
  5. hebben geketterd
  6. hebben geketterd
v.v.t.
  1. had geketterd
  2. had geketterd
  3. had geketterd
  4. hadden geketterd
  5. hadden geketterd
  6. hadden geketterd
o.t.t.t.
  1. zal ketteren
  2. zult ketteren
  3. zal ketteren
  4. zullen ketteren
  5. zullen ketteren
  6. zullen ketteren
o.v.t.t.
  1. zou ketteren
  2. zou ketteren
  3. zou ketteren
  4. zouden ketteren
  5. zouden ketteren
  6. zouden ketteren
diversen
  1. ketter!
  2. kettert!
  3. geketterd
  4. ketterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor ketteren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
förbanna ban; kerkban
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
förbanna ketteren bannen; bezweren; uitbannen; uitstoten; uitwijzen; uitzetten; verbannen; verdoemen; verdrijven; verjagen; vervloeken; verwensen; vloeken; wegjagen
rasa ketteren donderen; fulmineren; inkalven; kelderen; razen; robbedoezen; steil afhellen; sterk in waarde dalen; te keer gaan; tekeergaan; tieren; uit de slof schieten; uitvaren; woeden
storma ketteren aanvallen; attaqueren; bestormen; donderen; overvallen; razen; stormlopen; tekeergaan; uit de slof schieten; uitvaren; woeden
svära ketteren beëdigen; een eed afleggen; schunnige taal uitslaan; vloeken; zweren

Verwante woorden van "ketteren":


Wiktionary: ketteren


Cross Translation:
FromToVia
ketteren svära blasphémerproférer un blasphème ou des blasphèmes.

ketter:

ketter [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de ketter
    kättare

Vertaal Matrix voor ketter:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kättare ketter

Verwante woorden van "ketter":


Wiktionary: ketter


Cross Translation:
FromToVia
ketter kättare heretic — someone who believes contrary to fundamentals
ketter kättare Ketzerkatholische Kirche, abwertend: jemand, der kirchliche Dogmen und Glaubenslehren ablehnt und/oder öffentlich kritisiert
ketter kättare Ketzerübertragen, abwertend: jemand, der öffentlich eine Ansicht zu einem bestimmten Thema vertritt, die der überwiegenden Meinung widerspricht