Overzicht
Nederlands naar Zweeds: Meer gegevens...
- onschuld:
-
Wiktionary:
- onschuld → oskyldighet, oskuld
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor onschuld (Nederlands) in het Zweeds
onschuld:
-
de onschuld (argeloosheid; naïveteit; onbedorvenheid)
Vertaal Matrix voor onschuld:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
naivitet | argeloosheid; naïveteit; onbedorvenheid; onschuld | goedgelovigheid; kinderlijkheid; lichtgelovigheid; naïveteit; naïviteit; onnozelheid; simpelheid |
oskyldighet | argeloosheid; naïveteit; onbedorvenheid; onschuld |