Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. opponent:
  2. Wiktionary:
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. opponent:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor opponent (Nederlands) in het Zweeds

opponent:

opponent [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de opponent
    motstående

Vertaal Matrix voor opponent:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
motstående opponent weerstanden

Verwante woorden van "opponent":

  • opponenten

Wiktionary: opponent


Cross Translation:
FromToVia
opponent motståndare opponent — a rival

Computer vertaling door derden:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor opponent (Zweeds) in het Nederlands

opponent:

opponent [-en] zelfstandig naamwoord

  1. opponent (motståndare)
    de tegenstander; de tegenstrever

Vertaal Matrix voor opponent:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tegenstander motståndare; opponent
tegenstrever motståndare; opponent

Computer vertaling door derden: