Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. vink:
  2. Wiktionary:
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. vink:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor vink (Nederlands) in het Zweeds

vink:

vink

  1. vink

vink [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de vink (goudvink)
    guldtjur

Vertaal Matrix voor vink:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
guldtjur goudvink; vink
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
fink vink

Verwante woorden van "vink":


Wiktionary: vink

vink
noun
  1. Fringilla coelebs, een zangvogel

Cross Translation:
FromToVia
vink bofink chaffinch — bird
vink fink finch — any bird of the family Fringillidae
vink bofink BuchfinkZoologie: Fink mit blaugrauem Oberkopf und Nacken und braunem Bauch der Art Fringilla coelebs
vink fink FinkOrnithologie: Vertreter der artenreichen Familie Fringillidae aus der Ordnung der Sperlingsvogel (Passeriformes)
vink fink; bofink pinson — ornithol|nocat Une des espèces de petits oiseaux passereaux granivores, au bec massif conique, et chanteurs dont le chant est agréable.

Verwante vertalingen van vink



Zweeds

Uitgebreide vertaling voor vink (Zweeds) in het Nederlands

vink:

vink [-en] zelfstandig naamwoord

  1. vink (gest; signal; tecken)
    het gebaar; de geste
    • gebaar [het ~] zelfstandig naamwoord
    • geste [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. vink (fingervisning; påpekande; förslag; tips)
    de wijzer
    • wijzer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. vink (befallning; order; instruktion; )
    de opdracht; de order; de taak; het consigne; het dwangbevel; het bevelschrift

Vertaal Matrix voor vink:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bevelschrift anvisning; befallning; instruktion; order; stickreplik; uppgift; vink tjänsteuppdrag
consigne anvisning; befallning; instruktion; order; stickreplik; uppgift; vink instruktion; lösenord; order; uppdrag
dwangbevel anvisning; befallning; instruktion; order; stickreplik; uppgift; vink
gebaar gest; signal; tecken; vink gest; gymnastik
geste gest; signal; tecken; vink
opdracht anvisning; befallning; instruktion; order; stickreplik; uppgift; vink instruktion; kommando; order; uppdrag
order anvisning; befallning; instruktion; order; stickreplik; uppgift; vink befallning; kommando
taak anvisning; befallning; instruktion; order; stickreplik; uppgift; vink Att göra-uppgift; arbete; att göra-poster; hemläxa; hemuppgift; jobb; skoluppgift; uppgift; uppgifter; ärende
wijzer fingervisning; förslag; påpekande; tips; vink
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
order order

Synoniemen voor "vink":