Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. zege:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor zege (Nederlands) in het Zweeds

zege:

zege [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de zege (overwinning; triomf)
    seger
    • seger [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor zege:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
seger overwinning; triomf; zege triomf; zegepraal; zelfoverwinning

Verwante woorden van "zege":

  • zeges

Wiktionary: zege


Cross Translation:
FromToVia
zege seger victory — an instance of having won a competition or battle
zege triumf triomphe — antiq|fr honneur accordé chez les Romains à des général d’armée après de grandes victoires, et qui consistait à faire une entrée pompeuse et solennelle dans Rome.