Overzicht
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. rask:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor rask (Zweeds) in het Duits

rask:

rask bijvoeglijk naamwoord

  1. rask (snabbfotad)
    leichtfüßig; schnellfüßig

rask zelfstandig naamwoord

  1. rask (klabb)
    Durcheinander

Vertaal Matrix voor rask:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Durcheinander klabb; rask bråte; förvirring; gytter; hela faderullan; ihop blandat; ihop blandning; kackalorum; kaos; kiv; klabbet; liv; myller; oordning; oreda; oväsen; rasket; röra; rörigt uppträdande; sorl; uppståndelse; virrvarr
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
leichtfüßig rask; snabbfotad
schnellfüßig rask; snabbfotad

Synoniemen voor "rask":


Wiktionary: rask

rask
adjective
  1. sich mit hoher Geschwindigkeit fortbewegend
  2. etwas mit hoher Geschwindigkeit tuend
  3. nur adverbiell: in kurzer Zeit