Overzicht
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. bagare:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor bagare (Zweeds) in het Duits

bagare:

bagare [-en] zelfstandig naamwoord

  1. bagare
    der Bäcker; der Brotbäcker

Vertaal Matrix voor bagare:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Brotbäcker bagare
Bäcker bagare

Wiktionary: bagare

bagare
noun
  1. im Zusammenhang mir einem Adjektiv: weibliche Person, die (mehr oder weniger gut) backen kann
  2. weibliche Person, die berufsmäßig Backwaren wie Brot und Brötchen backen
  3. Handwerker, der Backwaren wie Brot, Kuchen usw. herstellt

Cross Translation:
FromToVia
bagare Bäcker; Bäckerin baker — person who bakes and sells bread, etc
bagare Bäcker boulanger — Personne dont le métier est de fabriquer le pain.