Overzicht
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. brutto:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor brutto (Zweeds) in het Duits

brutto:

brutto bijvoeglijk naamwoord

  1. brutto
    brutto
    • brutto bijvoeglijk naamwoord

brutto [-ett] zelfstandig naamwoord

  1. brutto
    der Ertrag
    • Ertrag [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor brutto:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Ertrag brutto avans; avkastning; behållning; druvskörd; förtjänst; gröda; profit; skörd; utbyte; vinning; vinst; årgång; årsväxt; överskott
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
brutto brutto

Wiktionary: brutto


Cross Translation:
FromToVia
brutto brutto gross — whole amount, total
brutto Brutto gross — total earnings or amount