Overzicht
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. buller:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor buller (Zweeds) in het Duits

buller:

buller [-ett] zelfstandig naamwoord

  1. buller (larm)
    der Lärm; der Krawall; Geschrei; Spektakel; Geheul
    • Lärm [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Krawall [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Geschrei [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Spektakel [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Geheul [das ~] zelfstandig naamwoord
  2. buller
    der Lärm
    • Lärm [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor buller:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Geheul buller; larm klagande; klaganden; klagorop; morrande; muttrande; snyftning; ylande
Geschrei buller; larm bannor; förmaning; galande; hojtande; ropande; rytande; siktar; skrikande; såll; tjutande; utskällning; vrålanede
Krawall buller; larm orolighet; rabalder; störning; tumult; upprörande; väsen
Lärm buller; larm brus; bråk; förvirring; oljud; oväsen; tumult
Spektakel buller; larm meningskiljaktlighet; misshällighet; motsättning; oljud; paradnummer; rabalder; rytande; skrikande; skådespel; spektakel; tjutande; tumult; vrålanede

Synoniemen voor "buller":


Wiktionary: buller

buller
noun
  1. subjektiv als unangenehm empfundener Schall, der unerwünschte Auswirkungen auf den Menschen hat (etwa das Gehör schädigt, krank machen kann, stört oder belästigt)

Cross Translation:
FromToVia
buller Krach; Geräusch; Lärm noise — various sounds, usually unwanted
buller Poltern; Rumpeln; Grollen rumble — low, heavy, continuous sound
buller Lärmbelästigung geluidsoverlast — een subjectieve ervaring van mensen waarbij ze geluid of lawaai hinderlijk vinden
buller Lärmbelästigung geluidshinder — Geluidsoverlast