Overzicht
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. deg:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor deg (Zweeds) in het Duits

deg:

deg [-en] zelfstandig naamwoord

  1. deg (pengar; stålar; klöver)
    Geld; die Knete
    • Geld [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Knete [die ~] zelfstandig naamwoord
  2. deg
    der Teig
    • Teig [der ~] zelfstandig naamwoord
  3. deg (pasta)
    die Pasta; die Nudeln; die dickflüssige Salbe; die Paste; der Teig
    • Pasta [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Nudeln [die ~] zelfstandig naamwoord
    • dickflüssige Salbe [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Paste [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Teig [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor deg:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Geld deg; klöver; pengar; stålar finans medel; förmögenhet; kronor; mynt; pengar; slant; småpengar; stort kapital; större summa pengar; ören
Knete deg; klöver; pengar; stålar kronor; mynt; pengar; småpengar; ören
Nudeln deg; pasta italienska pastasorter; knödel; makaroner; nudel; pasta
Pasta deg; pasta italienska pastasorter; knödel; nudel; pasta
Paste deg; pasta
Teig deg; pasta smet
dickflüssige Salbe deg; pasta

Synoniemen voor "deg":


Wiktionary: deg

deg
noun
  1. aus mehreren Zutaten bestehende (häufig dickflüssige) formbare Masse, die meist als Grundstoff für Gebäck dient
  2. (umgangssprachlich): Geld
  3. ohne Plural; salopp: (bares) Geld

Cross Translation:
FromToVia
deg Teig dough — mix of flour and other ingredients
deg Knete dough — money (slang)

Verwante vertalingen van deg