Overzicht
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. fjäder:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor fjäder (Zweeds) in het Duits

fjäder:

fjäder [-en] zelfstandig naamwoord

  1. fjäder
    die Feder
    • Feder [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor fjäder:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Feder fjäder bult; pinne; plugg; sprint; tapp

Wiktionary: fjäder

fjäder
noun
  1. Tischlerei: Leiste, die in rinnenartige Vertiefungen zweier benachbarter Bretter hineingeschoben wird
  2. Tischlerei: (dünne) Leiste, die an (dickerem) einem Brett übersteht oder angefügt wird, um in eine rinnenartige Vertiefung eines anderen Brettes (die Nut) zur Schaffung einer Verbindung eingepasst zu werden
  3. Technik: Bauteil, das durch elastische Verformung mechanische Energie speichert und wieder abgibt
  4. aus [1] hergestelltes Schreibwerkzeug
  5. Biologie: Keratingebilde auf der Haut von Vögeln

Cross Translation:
FromToVia
fjäder Vogelfeder; Feder feather — element of bird wings
fjäder Sprungfeder; Feder spring — device made of flexible material
fjäder Feder plume — Plume d’oiseau

Verwante vertalingen van fjäder