Overzicht
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. godtrogenhet:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor godtrogenhet (Zweeds) in het Duits

godtrogenhet:

godtrogenhet [-en] zelfstandig naamwoord

  1. godtrogenhet (lättrogenhet; naivitet)
    die Leichtgläubigkeit; die Gutgläubigkeit

Vertaal Matrix voor godtrogenhet:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Gutgläubigkeit godtrogenhet; lättrogenhet; naivitet dumhet; enfald; naivitet; naturlighet; oskyldighet; otvungenhet
Leichtgläubigkeit godtrogenhet; lättrogenhet; naivitet

Wiktionary: godtrogenhet

godtrogenhet
noun
  1. Zustand eines Menschen, der davon ausgeht, dass ihm nichts Schlimmes widerfahren werde, und der sich insbesondere keines Angriffes auf ihn versieht
  2. argloses Wesen von etwas oder jemandem