Overzicht
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. hemlös:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor hemlös (Zweeds) in het Duits

hemlös:

hemlös bijvoeglijk naamwoord

  1. hemlös (hemlöst)
    heimatlos
  2. hemlös (hemlöst)
    obdachlos

Vertaal Matrix voor hemlös:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
heimatlos hemlös; hemlöst landlös; landlöst
obdachlos hemlös; hemlöst

Synoniemen voor "hemlös":

  • bostadslös; uteliggare

Wiktionary: hemlös

hemlös
adjective
  1. keinen festen Wohnsitz habend
noun
  1. abwertend: für Obdachlose
  2. (neutrale oder männliche) Person ohne festen Wohnsitz
  3. weiblicher Obdachloser

Cross Translation:
FromToVia
hemlös obdachlos homeless — lacking a permanent residence