Home ->Woordenboeken ->Zweeds/Duits ->Vertaal hund

Vertaal hund van Zweeds naar Duits

Overzicht

Zweeds naar Duits: Meer gegevens...

hund:
- Hund; Hundchen; Rüde
Wiktionary:
- hund → Hund
- hund → Hund, Hündin, Rüde, Jagdhund

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor hund (Zweeds) in het Duits

hund:

hund [-en] zelfstandig naamwoord

hund
der Hund; Hundchen
- Hund [der ~] zelfstandig naamwoord
- Hundchen [das ~] zelfstandig naamwoord
hund
der Rüde
- Rüde [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor hund:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Hund	hund
Hundchen	hund
Rüde	hund

Synoniemen voor "hund":

fyrbent kompis; jycke; människans bästa vän; byracka; vovve

Wiktionary: hund

hund

noun

Bergbau: ein Förderwagen (meist auf Gleisen)
- Hund → malmhund; hund
Schimpfwort für: einen gerissenen, gemeinen, hinterhältigen oder brutalen Mitmenschen
- Hund → hund; fähund
dem Menschen verbundenes, wachsames Haustier, in zahlreichen Rassen gezüchtet
- Hund → hund

Cross Translation:

From	To	Via
• hund	→ Hund; Hündin	↔ dog — animal
• hund	→ Rüde	↔ dog — male canine
• hund	→ Jagdhund	↔ hound — dog
• hund	→ Jagdhund	↔ jachthond — een hond die speciaal gefokt wordt voor de jacht
• hund	→ Hund	↔ chien — Mammifère carnivore

Verwante vertalingen van hund