Overzicht
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. kassa:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor kassa (Zweeds) in het Duits

kassa:

kassa

  1. kassa
  2. kassa
    die Kasse
    • Kasse [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor kassa:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Kasse kassa alkov; kasregister; kassaapparat; nisch; skrymsle; vrå
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
POS kassa
Point-of-Sale kassa

Synoniemen voor "kassa":

  • penningförråd; värdelösa

Wiktionary: kassa

kassa
noun
  1. ein Schalter zur Abwicklung von Zahlungsvorgängen
  2. ein Institut
  3. eine öffentliche Einrichtung (Amt)
  4. vorhandene Geldmittel
  5. ein abschließbarer Behälter zur Aufbewahrung von Geld (Geldscheine, Münzen)
  6. Fahrkartenschalter auf Flughäfen oder Bahnhöfen

Cross Translation:
FromToVia
kassa Kasse chest — treasury
kassa Kasse caisse — Coffret pour l'argent

Verwante vertalingen van kassa