Overzicht
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. kusin:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor kusin (Zweeds) in het Duits

kusin:

kusin [-en] zelfstandig naamwoord

  1. kusin
    der Neffe
    • Neffe [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor kusin:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Neffe kusin

Synoniemen voor "kusin":

  • tvåmänning

Wiktionary: kusin

kusin
noun
  1. -
  2. Tochter von Onkel oder Tante
  3. ein Sohn von Onkel oder Tante
  4. veraltend: Tochter eines Onkels oder einer Tante

Cross Translation:
FromToVia
kusin Vetter; Cousin; Cousine; Base; Kusine cousin — nephew or niece of a parent
kusin Cousin; Vetter cousinfils ou fille de l’oncle ou de la tante d’une personne ; cousin germain.

Verwante vertalingen van kusin