Overzicht
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. myndig:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor myndig (Zweeds) in het Duits

myndig:

myndig bijvoeglijk naamwoord

  1. myndig (myndigt)
    volljährig; mündig; heiratsfähig

Vertaal Matrix voor myndig:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
heiratsfähig myndig; myndigt giftbar; giftbart; mogen; vuxet
mündig myndig; myndigt förmögen; vuxen
volljährig myndig; myndigt

Wiktionary: myndig

myndig
adjective
  1. keine Steigerung: erwachsen im rechtlichen Sinne
  2. aufgrund seines Alters fähig, bestimmte Entscheidungen zu treffen

Cross Translation:
FromToVia
myndig volljährig of age — old enough to be considered an adult
myndig herrisch impérieux — qui commande avec hauteur
myndig volljährig; an; bedeutend; bedeutsam; beträchtlich; erheblich; ernst; wichtig majeur — Plus grand ; plus important.