Overzicht
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. pacemaker:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor pacemaker (Zweeds) in het Duits

pacemaker:

pacemaker [-en] zelfstandig naamwoord

  1. pacemaker
    der Schrittmacher; der Pacemaker
  2. pacemaker
    der Schrittmacher; der Herzschrittmacher
  3. pacemaker (draghjälp; hare; farthållare)
    die Schrittmacher

Vertaal Matrix voor pacemaker:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Herzschrittmacher pacemaker
Pacemaker pacemaker
Schrittmacher draghjälp; farthållare; hare; pacemaker propagandist

Synoniemen voor "pacemaker":

  • hjärtstimulator

Wiktionary: pacemaker

pacemaker
noun
  1. Medizin: externer oder interner (implantierter) elektrischer Impulsgeber für den Herzmuskel bei Patienten mit Herzrhythmusstörungen

Cross Translation:
FromToVia
pacemaker Herzschrittmacher pacemaker — medical implement