Overzicht


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor segt (Zweeds) in het Duits

segt:

segt bijvoeglijk naamwoord

  1. segt (seg; tufft; jobbigt; tuff)
    stämmig; vierschrötig; rüstig
  2. segt (klibbig; limaktigt; limaktig; klibbigt)
    gummienthaltend
  3. segt (seg; klibbigt)
    klebrig; leimig

Vertaal Matrix voor segt:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gummienthaltend klibbig; klibbigt; limaktig; limaktigt; segt
klebrig klibbigt; seg; segt kladdig; kladdigt; klumpigt; levrad; levrat
leimig klibbigt; seg; segt kladdig; kladdigt
rüstig jobbigt; seg; segt; tuff; tufft
stämmig jobbigt; seg; segt; tuff; tufft häftig; häftigt; kraftig; kraftigt; kraftigt byggd; kraftigt byggt; massivt; muskulös; muskulöst; robust; stark; starkt; stor och kraftigt; stort
vierschrötig jobbigt; seg; segt; tuff; tufft