Overzicht
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. sensor:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor sensor (Zweeds) in het Duits

sensor:

sensor [-en] zelfstandig naamwoord

  1. sensor
    der Sensor
    • Sensor [der ~] zelfstandig naamwoord
  2. sensor (kännare; tentakel)
    der Fühler
    • Fühler [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor sensor:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Fühler kännare; sensor; tentakel antenn; känslig person; tentakel
Sensor sensor luftföroreningssensor

Synoniemen voor "sensor":


Wiktionary: sensor

sensor
noun
  1. kurz für Messfühler
  2. Körperteil, das zum Tasten und Fühlen verwendet wird (meist bei Insekten etc.)

Cross Translation:
FromToVia
sensor Sensor sensor — device or organ that detects certain external stimuli