Overzicht
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. skratt:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor skratt (Zweeds) in het Duits

skratt:

skratt [-ett] zelfstandig naamwoord

  1. skratt
    Lachen; Lächeln; Grinsen; Gelächter
    • Lachen [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Lächeln [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Grinsen [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Gelächter [das ~] zelfstandig naamwoord
  2. skratt
    Lachen; Gelächter; Gekicher; Kichern; der Lacher
    • Lachen [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Gelächter [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Gekicher [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Kichern [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Lacher [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor skratt:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Gekicher skratt fnissa; fnittra
Gelächter skratt
Grinsen skratt grimas; grimassera; skrockande skratt; små skratt
Kichern skratt
Lachen skratt
Lacher skratt skrattare
Lächeln skratt grin

Synoniemen voor "skratt":

  • flabba; garv; flabb; garva

Wiktionary: skratt

skratt
noun
  1. Ausdruck der Belustigung, der Freude
  2. meist abwertend: die charakteristische Art eines Menschen zu lachen

Cross Translation:
FromToVia
skratt Lachen laugh — expression of mirth peculiar to the human species
skratt Gelächter; Lachen laughter — movement of the muscles of the laughing face
skratt Lachen; Gelächter laughter — sound (as) of laughing

Verwante vertalingen van skratt