Zweeds
Uitgebreide vertaling voor smalt (Zweeds) in het Duits
smalt:
-
smalt (litet; liten)
schlank; dünn; schmächtig; leichtgebaut; fein; zart; zierlich; zerbrechlich; rank; grazil; zierlich gebaut-
schlank bijvoeglijk naamwoord
-
dünn bijvoeglijk naamwoord
-
schmächtig bijvoeglijk naamwoord
-
leichtgebaut bijvoeglijk naamwoord
-
fein bijvoeglijk naamwoord
-
zart bijvoeglijk naamwoord
-
zierlich bijvoeglijk naamwoord
-
zerbrechlich bijvoeglijk naamwoord
-
rank bijvoeglijk naamwoord
-
grazil bijvoeglijk naamwoord
-
zierlich gebaut bijvoeglijk naamwoord
-
-
smalt (trång; knapp; knappt; trångt)
-
smalt (getinglik; smärt; getinglikt)
wespenähnlich-
wespenähnlich bijvoeglijk naamwoord
-
-
smalt (knokig; benig; benigt; knokigt)
knochig; knochenartig; ausgemergeld-
knochig bijvoeglijk naamwoord
-
knochenartig bijvoeglijk naamwoord
-
ausgemergeld bijvoeglijk naamwoord
-
-
smalt (magert; smal)
dünn; spindeldürr; schlank; hager-
dünn bijvoeglijk naamwoord
-
spindeldürr bijvoeglijk naamwoord
-
schlank bijvoeglijk naamwoord
-
hager bijvoeglijk naamwoord
-
-
smalt
Vertaal Matrix voor smalt:
Computer vertaling door derden: