Overzicht
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. sportig:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor sportig (Zweeds) in het Duits

sportig:

sportig bijvoeglijk naamwoord

  1. sportig (sportigt)
    sportlich; fair

sportig zelfstandig naamwoord

  1. sportig
    die Sportivität; die Fairneß

Vertaal Matrix voor sportig:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Fairneß sportig
Sportivität sportig
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fair sportig; sportigt frimodig; frimodigt; klar; klart; rak; rakt; rimlig; rimligt; rättfram; rättvis; rättvist; skäligt; sporstligt; tillräcklig; tillräckligt; tydligt; uppriktig; uppriktigt; ärlig; ärligt; öppen; öppenhjärtigt; öppet
sportlich sportig; sportigt sportälskare

Synoniemen voor "sportig":

  • hurtig