Overzicht
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. stön:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor stön (Zweeds) in het Duits

stön:

stön [-ett] zelfstandig naamwoord

  1. stön
    Ächzen; Gewinsel; Gewimmer; Geächze
    • Ächzen [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Gewinsel [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Gewimmer [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Geächze [das ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor stön:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Gewimmer stön klaganden; klagorop
Gewinsel stön klaganden; klagorop
Geächze stön klaganden; klagorop
Ächzen stön jämrande

Synoniemen voor "stön":

  • suckande