Zweeds
Uitgebreide vertaling voor tämligen (Zweeds) in het Duits
tämligen:
-
tämligen (ganska; betänklig)
ziemlich; ganz; verhältnismäßig; relativ; beträchtlich; anständig; angemessen; natürlich; erheblich-
ziemlich bijvoeglijk naamwoord
-
ganz bijvoeglijk naamwoord
-
verhältnismäßig bijvoeglijk naamwoord
-
relativ bijvoeglijk naamwoord
-
beträchtlich bijvoeglijk naamwoord
-
anständig bijvoeglijk naamwoord
-
angemessen bijvoeglijk naamwoord
-
natürlich bijvoeglijk naamwoord
-
erheblich bijvoeglijk naamwoord
-
-
tämligen (tämliget; ganska)
Vertaal Matrix voor tämligen:
Synoniemen voor "tämligen":
Computer vertaling door derden: