Overzicht
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. tolerans:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor tolerans (Zweeds) in het Duits

tolerans:

tolerans [-en] zelfstandig naamwoord

  1. tolerans (tålamod; storsinthet)
    die Güte; die Gutheit
    • Güte [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Gutheit [die ~] zelfstandig naamwoord
  2. tolerans (fördragsamhet)
    die Toleranz; die Verträglichkeit; die Duldsamkeit

Vertaal Matrix voor tolerans:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Duldsamkeit fördragsamhet; tolerans mildhet; överseende
Gutheit storsinthet; tolerans; tålamod
Güte storsinthet; tolerans; tålamod barmhärtighet; frivillighet; förbarmande; mildhet; tjänstvillighet; varor; villighet; överseende
Toleranz fördragsamhet; tolerans mildhet; överseende
Verträglichkeit fördragsamhet; tolerans endräkt; harmoni; mildhet; överseende

Synoniemen voor "tolerans":

  • accepterande; verseende

Wiktionary: tolerans

tolerans
noun
  1. Medizin, nur Singular gebräuchlich: Widerstandsfähigkeit insbesondere gegen Arzneimittel
  2. nur Singular gebräuchlich: Eigenschaft, etwas dulden, ertragen oder zulassen zu können
  3. Technik: zulässige Abweichung von einem vorgeschriebenen, verbindlichen Maß oder Wert
  4. Gewährenlassen, Freizügigkeit, insbesondere auch Beliebigkeit
  5. Das Entgegenbringen von Toleranz jemandem oder etwas gegenüber, das Gewährenlassen von jemandem oder etwas

Cross Translation:
FromToVia
tolerans Toleranz; Duldsamkeit verdraagzaamheid — de bereidheid van anderen om veel te verdragen

Computer vertaling door derden: